UITWERKINGEN

2.2 Het doel van een kennissysteem

Uitwerking 2.2.1

Zie Stefik pagina 825.

> Opgave 2.2.1

Uitwerking 2.2.2

Zie Stefik pagina 825 en 826.

> Opgave 2.2.2

Uitwerking 2.2.3

Er worden drie systemen onderscheiden:
– medisch zelf-hulp systeem voor internetgebruikers
– beslissingsondersteunend systeem voor de huisarts
– onderwijssysteem voor medicijnenstudenten.

a – De kennis in de verschillende systemen heeft betrekking op hetzelfde domein, maar verschilt omdat de systemen niet alleen verschillende gebruikers hebben, maar ook een ander doel dienen.

Zo bestaat de kennis uit het eerste systeem waarschijnlijk uit vrij oppervlakkige kennis. Het is voldoende als het systeem op basis van de kennis eenvoudige adviezen kan geven. Denk hierbij aan adviezen als: "neem een aspirine", "stel je niet aan" en "ga naar de dokter". Hierbij moet heel eenvoudige terminologie worden gebruikt, omdat het om een heel breed publiek gaat en de interactie met het systeem voor iedereen begrijpelijk moet zijn. Een willekeurige huisarts kan als expert dienen voor het systeem. Daarbij is het nuttig om naast kennis over symptomen en ziektes ook kennis over omgang met patiënten op te nemen. Hoe worden bepaalde conclusies gebracht en wanneer is zelfmedicatie (nog) verantwoord. Het is natuurlijk wel zaak zo min mogelijk risico’s te nemen en bij twijfel het advies "raadpleeg een arts" te geven.

De kennis voor het tweede systeem is veel uitgebreider. Het gaat hierbij om kennis die niet elke arts meteen paraat heeft. De conclusies en adviezen van het systeem dienen de arts te ondersteunen bij (moeilijke) beslissingen. Het is daarom van belang ook kennis over het waarom van bepaalde conclusies in het systeem te verwerken en als verantwoording bij de conclusies te geven. Eenvoudige terminologie is in dit geval uiteraard niet noodzakelijk; de medische termen kunnen worden gehanteerd. Alles wat het systeem kan afleiden kan aan de gebruiker worden getoond; deze kan er zelf voor kiezen of hij de conclusies van het systeem overneemt.

Het derde systeem bevat naast kennis over de leerstof (afhankelijk van het vak kan dat basiskennis of specialistische kennis zijn) didactische kennis. Hoe kan bepaalde kennis het beste worden aangeleerd, en welke feedback moet zo nodig worden gegeven. Medische termen kunnen worden gehanteerd, eventueel in combinatie met huis-tuin-en-keukentermen, zodat de studenten ook met de taal van de patienten leren omgaan.

b – Voor verschillende gebruikers zullen ook onderstaande onderdelen verschillend zijn.
- soort kennis dat in het systeem wordt opgenomen (zie ook hierboven)
- manier van interactie
- terminologie
- betrokken personen (Is er een expert nodig en van welk niveau? Welke gebruikers worden betrokken, enzovoorts.).

> Opgave 2.2.3