UITWERKINGEN

14.1 Hoofdlijnen van toekomstige ontwikkelingen

Uitwerking 14.1.1

a – Door databanken met heruistieken gebaseerd op de intuïtie van experts in schaakcomputers op te nemen, kan intuïtie in schaakcomputers worden geprogrammeerd. Ook kunnen machinaal leeralgrimen in computerschaakprogramma’s worden opgenomen. Menselijke intuïtie is immers ook minstens gedeeltelijk gebaseerd op (leer)ervaringen.
b – Een schaakcomputer kan terugvallen op zijn kracht: het kan snel zetten doorrekenen en in een databank vele strategieën doorzoeken.

> Opgave 14.1.1

Uitwerking 14.1.2

a – Ja, strategie S is niet-verliezend, als begonnen mag worden. De mogelijke spelverlopen zijn uitgezet in onderstaande figuur (symmetrische situaties zijn achterwege gelaten). De zetten van O zijn overeenkomstig de strategie. X zal proberen te voorkomen dat O een derde vakje op rij kan vullen; als dat risico er niet is, zijn alle mogelijke voortzettingen uitgewerkt.

fi140101.gif (7988 bytes)

Als de strategie nog op een paar punten wordt uitgebreid, en X speelt niet optimaal, dan kan ze tot winst leiden (bij de pijltjes moet de goede keuze worden gemaakt).
b – Een mogelijke uitbreiding van de strategie kan de volgende zijn:
R1: plaats een derde symbool in een rij als dat mogelijk is
R2: als de tegenspeler een derde symbool in een rij dreigt te zetten probeer dit dan te voorkomen
R3: als de eerste zet van de tegenspeler in een hoek is, reageer dan met een zet in de tegenover liggende hoek
H1: plaats een derde symbool in een rij als dat mogelijk is
H2: plaats een derde symbool in een rij als dat mogelijk is.
Analyse van de mogelijke spelverlopen op overeenkomstige wijze als in onderdeel b, leert dat ook deze strategie niet voldoende is om verlies te voorkomen. Sterker nog, als de tegenspeler in een hoek begint en goed speelt, kan hij altijd winnen.

> Opgave 14.1.2

Uitwerking 14.1.3

a – P1 zal voor c kiezen, want dan is er een kans in g uit te komen.
b – P1 zal voor b kiezen, want het laagste mogelijke resultaat is dan 7, waar dat bij een keuze voor c mogelijk 6 is.
c – P1 zal voor b kiezen, want komt dan in d uit, met resultaat 7. Een keuze voor c zou resultaat 6 in f hebben.

> Opgave 14.1.3