OPGAVEN
14.1 Hoofdlijnen van toekomstige ontwikkelingen
a Geef aan hoe in computerschaak intuïtie voor een deel is te programmeren.
b Waarom is intuïtie in computerschaak niet zo belangrijk als gedacht?
In paragraaf 5 wordt strategie S gepresenteerd voor het spelen van
boter-kaas-en-eieren.
a Is de strategie S een niet-verliezende strategie als de gebruiker van deze
strategie mag beginnen?
b Formuleer een andere strategie dan S en ga na of die niet-verliezend is
als de tegenspeler mag beginnen.
In de strategieboom van figuur 14.1.1 kan eerst P1 een keuze maken (in a), en daarna P2 (in b, of c, afhankelijk van de keuze van P1). De verwachting volgens P1 van het uiteindelijke resultaat staat bij de eindpunten d, e, f en g. Verder is P1 in het geheel niet op de hoogte van de verwachtingen van de tegenspeler.
Figuur 14.1.1 De strategieboom
a Als P1 een maximaal resultaat probeert te behalen, welke
keuze wordt dan in a gemaakt?
b Als P1 het risico van een laag resultaat zoveel mogelijk
probeert te beperken, welke keuze wordt dan in a gemaakt?
c Als P1 weet dat P2 dezelfde verwachtingen van
de eindresultaten heeft, wat zal P1 dan in a kiezen?