EXTRA UITLEG
11.1 Configuratie
De machtsverzameling van een verzameling V, meestal weergegeven met P(V), is de verzameling met alle mogelijke deelverzamelingen van V.
Als V = {a, b, c}, dan zijn alle deelverzamelingen
Æ , {a}, {b}, {c}, {a, b}, {a, c}, {b, c}, {a, b, c}. Hierbij stelt Æ de lege verzameling voor. De machtsverzameling van V is nu dus: P(V) = {Æ , {a}, {b}, {c}, {a, b}, {a, c}, {b, c}, {a, b, c}}. Als een verzameling n elementen bevat, dan is het aantal elementen van de bijbehorende machtsverzameling gelijk aan 2n. De grootte van de machtsverzameling neemt dus exponentieel toe als het aantal elementen van de verzameling toeneemt.