SAMENVATTING

11.1 Configuratie

Bij configuratie moet met behulp van een gegeven verzameling onderdelen een nieuw object worden samengesteld dat aan gestelde specificaties moet voldoen. Het probleem bestaat er uit dat een selectie van onderdelen moet worden gemaakt, waarbij er onderlinge relaties bestaan tussen de onderdelen (het ene onderdeel vereist het andere, sommige onderdelen kunnen niet samen, enzovoorts). Als het niet mogelijk is om alle mogelijke keuzen te analyseren (bijvoorbeeld omdat er teveel mogelijkheden zijn), zullen er eerst keuzen op hoofdlijnen moeten worden gemaakt die in een later stadium nader worden uitgewerkt.

Bij configuratie spelen vier modellen een rol:
– een specificatiemodel, waarin wordt aangegeven aan welke vereisten het te configureren object moet voldoen
– een model voor de selectie van onderdelen en hun onderlinge vereisten, waarin alle details en vereisten van de onderdelen zijn opgenomen
– een model voor het samenvoegen van de onderdelen, gegeven de diverse randvoorwaarden
– een model voor het gebruiken van onderdelen voor meerdere doelen, als dit mogelijk is.

Twee belangrijke effecten bemoeilijken configuratie:
– het drempeleffect: een kleine wijziging in de specificatie of een kleine verandering in de keuzen op hoofdlijnen kunnen grote gevolgen hebben doordat bepaalde drempelwaarden worden overschreden
– het horizoneffect: bij het maken van keuzen op hoofdlijnen zijn niet alle consequenties exact bekend, sommige consequenties bevinden zich achter de horizon van het gebied dat kan worden overzien.