UITWERKINGEN

9.2 Zoektechnieken

Uitwerking 9.2.1

Zie de uitwerking van opgave 1 op pagina 818 in het boek van Stefik.

> Opgave 9.2.1

Uitwerking 9.2.2

(Dit is de uitwerking van opgave 2 op pagina 159 van Stefik.)

a – Waar. Een uitputtend zoekproces vindt alle oplossingen.
b – Onwaar. Zie pagina 154.
c Waar. Wanneer oplossingen in een cluster ongeveer even goed zijn kan het zoekproces zijn aandacht richten op het vinden van een geschikt cluster.
d – Waar. Een zoekproces dat volstaat (satisficing search) moet weten hoe goed een oplossing moet zijn, om te kunnen bepalen of het bij een gevonden oplossing kan stoppen.
e – Onwaar. Alleen de naam is geleend van het juridische domein.

> Opgave 9.2.2

Uitwerking 9.2.3

(Dit is de uitwerking van opgave 3 op pagina 159 van Stefik.)

a – Waar. Per definitie.
b – Waar. Een knoop kan of een interne knoop zijn of een knoop aan de rand.
c – Onwaar. Bij blind zoeken wordt geen gebruikt gemaakt van heuristieken om het zoekproces te sturen. Voor een nadere bespreking zie paragraaf 2.2 van Stefik.
d – Waar. Per definitie.
e – Onwaar. Heuristieken worden gebruikt om het zoekproces in de goede richting leiden. Hoewel hierbij kandidaatoplossingen buiten beschouwing gelaten kunnen wordt, hoeft dit niet te betekenen dat correcte oplossingen overgeslagen worden.

> Opgave 9.2.3

Uitwerking 9.2.4

(Dit is de uitwerking van opgave 5 op pagina 161 van Stefik.)

a – Een mogelijke oplossing is is gepresenteerd in figuur 9.2.1.

 

FIGUUR 9.2.1 Ja-nee-boom voor het vinden van betreffende huisdier

b – Nee, dat is niet correct. Het kan wel degelijk als een zoekprobleem worden beschouwd. De beslissingsboom komt daarbij overeen met de hiërarchisch gestructureerde zoekruimte, zoals in onderdeel a.

> Opgave 9.2.4

Uitwerking 9.2.5

(Dit is de uitwerking van opgave 6 op pagina 161 van Stefik.)

Zie de uitwerking van opgave 6 op pagina 818 in het boek van Stefik.

Er vallen daarbij nog de volgende opmerkingen bij te maken:
b – Merk op dat de meest efficiënte vragen eerst vragen naar de grootte of de plaats waar het beest leeft. We kunnen daarom zeggen dat deze attributen de meeste informatie opleveren.
c – Nee, dat kan natuurlijk niet. Deze attributen zijn onvoldoende om een kat van een hond en een koe van een paard te onderscheiden.

> Opgave 9.2.5