INTRODUCTIE

6 Symbolen en semantiek

Kennissystemen zijn systemen waarin kennis is opgeslagen. Los van de vraag wat ‘kennis’ nu eigenlijk precies is, is het uitgangspunt bij het ontwikkelen van kennissystemen dat het mogelijk is fysieke systemen te maken, zoals bijvoorbeeld computersystemen, die een zekere mate van intelligentie bezitten. Door Newell en Simon is dit uitgangspunt geformuleerd in ‘The physical symbol system hypothesis’.

Een belangrijk begrip in dergelijke systemen is het begrip ‘symbool’. Een symbool is iets herkenbaars, zoals een letter, een cijfer of een plaatje, dat iets voor kan stellen. Symbolen zijn nodig om kennis op te kunnen slaan en te kunnen manipuleren. Aan een symbool of een verzameling van symbolen kan een betekenis worden toegekend. Gesproken wordt dan over de semantiek. Het kan dan gaan over de betekenis van een woord (bij ‘paard’ hoort een beest met vier poten, een grote kop en een lange staart), of van een heel verhaal (de strekking van het betoog houdt in, dat ...) of bijvoorbeeld van een cartoon (daar kunnen vaak heel verschillende betekenissen in schuilen).

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op wat symbolen zijn, hoe ermee gewerkt kan worden, hoe er een betekenis aan kan worden gehecht.