LEERKERN

2.2 Het doel van een kennissysteem

Introductie

Er zijn verschillende vragen om bij stil te staan tijdens de ontwikkeling van een kennissysteem. Zo zijn er verschillende redenen om een kennissysteem te ontwikkelen, kan de kennis voor het systeem uit verschillende bronnen komen en zijn er verschillende doelgroepen van gebruikers. Stefik noemt vijf scenario’s waar met name de manier waarop het systeem wordt ontwikkeld (wie zijn er bij de ontwikkeling betrokken?), een rol speelt. De vragen ‘Wiens kennis komt in het systeem?’, ‘Voor wie wordt het systeem ontwikkeld?’ en ‘Welke rol speelt het systeem? spelen op hun beurt een rol bij de manier waarop het systeem het best kan worden ontwikkeld.

2.2.1 Wiens kennis komt in het systeem?

Lees uit Stefik paragraaf 3.1.2 (pagina’s 299 t/m 310).

Een kennissysteem bevat kennis, maar waar komt deze kennis vandaan? Komt de kennis altijd uit een mens of zijn er ook systemen waar ‘nieuwe’ kennis in zit? Afhankelijk van het soort kennis worden verschillende soorten systemen ontwikkeld. Een expertsysteem is gebaseerd op de kennis van een of meer experts. Andere systemen bevatten kennis uit schriftelijke of digitale bronnen, bijvoorbeeld een juridisch kennissysteem waarin wetsregels zijn vastgelegd. Weer andere systemen kunnen zelf nieuwe kennis ontwikkelen, bijvoorbeeld een neuraal netwerk dat patronen kan herkennen. Het soort en de oorsprong van de kennis zijn belangrijk bij het maken van een keuze voor een bepaalde techniek, maar ook voor het betrekken van personen bij de ontwikkeling. Bij de ontwikkeling van een expertsysteem speelt de interactie met de betrokken expert(s) een cruciale rol, terwijl bij een neuraal netwerk of een case-based reasoning-systeem de beschikbaarheid van voldoende voorbeelden een belangrijke rol speelt. De kennistechnoloog dient zich in een vroeg stadium af te vragen, waar de kennis voor het systeem vandaan komt, welke techniek en ontwikkelaanpak het meest geschikt is, welke factoren vervolgens van belang zijn en of aan deze factoren wordt voldaan. Tevens moet de kennistechnoloog zich afvragen hoe de kennis in het systeem straks geverifieerd en gevalideerd moet worden. Worden de conclusies van het systeem aan de expert voorgelegd of is er een hoeveelheid testcases met bijbehorende antwoorden?

2.2.2 Wie wordt de gebruiker van het systeem?

Het is niet alleen belangrijk te bedenken waar de kennis voor het systeem vandaan moet komen; minstens even belangrijk is de vraag wie het systeem gaat gebruiken. Is de toekomstige gebruiker zelf een deskundige? Is de gebruiker juist iemand die niets van het domein afweet en moet afgaan op de conclusies van het systeem? Moet de gebruiker door het systeem bepaalde dingen aanleren? Of is de gebruiker wellicht een ander systéém? Dit is van belang voor onder meer de terminologie die het systeem hanteert in de interactie met de gebruiker en het benodigde niveau van detail van de kennis en conclusies. Om de kennis, terminologie, interactie en interface op de gebruiker te kunnen afstemmen, dient de gebruiker zoveel mogelijk bij het ontwikkeltraject betrokken te worden.

2.2.3 Wat is de rol van een kennissysteem?

Naast verschillende soorten en niveaus van kennis, hebben kennissystemen ook verschillende rollen. Zo kan een kennissysteem zonder verdere tussenkomst van de mens operaties uitvoeren, denk hierbij bijvoorbeeld aan het aansturen van machines in een fabriek. Deze autonome systemen hebben relatief weinig interactie met de gebruiker en nemen zelfstandig beslissingen. Ze zullen hooguit terugkoppeling geven aan de gebruiker of heel belangrijke beslissingen aan de gebruiker overlaten.

In veel domeinen is het niet gewenst of verantwoord om systemen beslissingen te laten nemen zonder menselijke tussenkomst. Zo zal het advies van een medisch systeem niet klakkeloos worden opgevolgd zonder dat hier een arts aan te pas komt. Het systeem kan dan wel de beslissingen van de arts ondersteunen, omdat het systeem ook diagnoses naar voren brengt waar de arts zelf niet zo snel aan denkt (bijvoorbeeld, omdat een ziekte heel zeldzaam is). Deze beslissingsondersteunende systemen en adviessystemen zijn hulpmiddelen voor de gebruiker. Ze trekken bepaalde conclusies en geven eventueel aan hoe ze tot bepaalde conclusies komen.

Naast het ondersteunen van beslissingen van deskundigen kan een kennissysteem ook leerlingen ondersteunen bij het aanleren van een bepaald domein of een bepaalde taak. Dit kan bijvoorbeeld door het geven van gerichte terugkoppeling of het aanbieden van oefeningen. Deze kennissystemen worden ook wel intelligente onderwijssystemen genoemd. In dit soort systemen moet niet alleen kennis over het domein worden opgenomen, maar is ook didactische kennis een vereiste. In systemen die zijn afgestemd op een bepaalde persoon, zoals sommige onderwijssystemen die een gebruikersmodel bijhouden of persoonlijke assistenten die over een profiel van de gebruiker beschikken, zit naast kennis over het domein ook nog kennis over de (specifieke) gebruiker.

De rol van een systeem is dus van groot belang om te bepalen welke kennis vereist is en hoe de interactie met de gebruiker moet plaatsvinden.

> Opgave 2.2.1

> Opgave 2.2.2

> Opgave 2.2.3